Contacteer ons
Terug naar alle berichten

Nieuwe MER-regelgeving vanaf 1 december 2025

Afgelopen vrijdag keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit[1] bij het decreet van 17 mei 2024[2] tot wijziging van de regels over de milieueffectrapportage principieel goed.[3] De Vlaamse Regering zet met die wetgeving in op het moderniseren, vereenvoudigen en digitaliseren van de milieueffectrapportage. Onder voorbehoud van een positief advies van de Raad van State, moeten nieuwe omgevingsvergunningsaanvragen vanaf 1 december 2025 rekening houden met die nieuwe regels. Hieronder lichten we de belangrijkste wijzigingen toe met betrekking tot de milieubeoordeling voor projecten. 

Vereenvoudigde regelgeving

Het decreet van 17 mei 2024 zet in op de vereenvoudiging en modernisering van de regelgeving rond de milieueffectrapportage (MER) bij plannen en projecten. Het doel is om de efficiëntie en de effectiviteit van die rapportage te verhogen. Het uitvoeringsbesluit vereenvoudigt en bundelt vervolgens de MER-regelgeving op uitvoeringsniveau in één besluit wat de kwaliteit, transparantie en vereenvoudiging ten goede zou moeten komen.

Hierna worden de belangrijkste vereenvoudigingen kort toegelicht.

Afschaffing verzoek tot ontheffing MER

De mogelijkheid om een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de MER-plicht in te dienen voor de categorieën van projecten die zijn opgenomen in de huidige bijlage II bij het MER-besluit[4] verdwijnt. Die categorieën van projecten worden opgenomen in een nieuwe bijlage II bij het MER-besluit, samen met de categorieën projecten die voorheen in bijlage III opgenomen waren. Voor de projecten in de nieuwe bijlage II zal voortaan minstens een MER-screening moeten gebeuren.

De categorieën van projecten die in bijlage I bij het MER-besluit opgenomen zijn, blijven behouden. Die projecten moeten altijd aan een volwaardige MER onderworpen worden.

Ook voor plannen en programma’s wordt het verzoek tot ontheffing van de MER-plicht afgeschaft.

Vereenvoudigd screeningsproces

De Vlaamse Regering wil de MER-screening omvormen tot een snelle en eenvoudige screening om na te gaan of er mogelijk aanzienlijke milieueffecten zijn. Van zodra uit dat beperkt onderzoek zou blijken dat dat het geval is, moet een volwaardige MER opgemaakt worden. Een vergunningsaanvrager zal in een MER-screeningsnota dus niet meer moeten aantonen dat er géén aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn.

In toekomstig artikel 4.3.6, §4 DABM wordt voortaan de minimale inhoud van de MER-screening bepaald. Dat artikel luidt als volgt: 

“§4. De screening, vermeld in paragraaf 1, bevat ten minste de volgende elementen:
1° een beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen project met in het bijzonder:
  a) een beschrijving van de fysieke kenmerken van het hele project en, als dat relevant is, van sloopwerken;

  b) een beschrijving van de locatie van het project met bijzondere aandacht voor de kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop het project een invloed kan hebben;
2° een beschrijving van de mogelijk aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen project;
3° als er informatie over deze effecten beschikbaar is: een beschrijving van de mogelijk aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen project ten gevolge van:
  a) de verwachte residuen en emissies en de productie van afvalstoffen, als dat van toepassing is;

  b) het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, namelijk bodem, land, water en biodiversiteit;
4° in voorkomend geval een beschrijving van de kenmerken van het voorgenomen project of van de geplande maatregelen om te vermijden of te voorkomen wat anders wellicht aanzienlijke milieueffecten zouden zijn geweest.”

Een gerichte scoping

In het nieuwe MER-decreet van 17 mei 2004 wordt in vergelijking met de oude regelgeving heel wat meer aandacht besteedt aan de zogenaamde ‘scoping’. De scoping wordt voortaan opgenomen als officieel onderdeel in het milieubeoordelingsproces. Scoping is het vastleggen van de omvang en diepgang van het te voeren milieuonderzoek. Tijdens de scoping worden de belangrijkste milieuthema’s en -effecten geïdentificeerd en onderscheiden van andere, minder relevante thema’s.[5] Verschillende actoren zullen de vergunningsaanvrager bijstaan in die scoping, zoals het expertisecentrum (infra), de erkende MER-coördinatoren en -deskundigen, adviesinstanties, en bevoegde overheden. De bedoeling van de scoping is dat voornamelijk de aanzienlijke milieueffecten besproken worden in het MER-rapport.

Inzet op gedeelde verantwoordelijkheid, kennisdeling, en digitalisering

Naast een vereenvoudiging van de regelgeving, wordt ingezet op kennisdeling, gedeelde verantwoordelijkheid, en digitalisering om een kwalitatieve MER te garanderen.

Oprichting van een Vlaams expertisecentrum milieueffectrapportage (VECM)

Zo wordt vooreerst een nieuw Vlaams expertisecentrum milieueffectrapportage opgericht dat dienst moet doen als basis en hefboom voor de kwaliteit en de praktijk van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Het VECM moet instaan voor adviesverlening, informatieverstrekking, praktijkgerichte kennis en (digitale) dienstverlening in het milieueffectrapportage-proces.[6]  

De vergunningsaanvrager kan onder meer advies vragen aan het VECM over het ontwerp van screening en over de scoping. Het VECM geeft hoe dan ook advies over het uiteindelijke MER-rapport, dat ze goed- of afkeurt.

Gedeeld eigenaarschap

‘Gedeeld eigenaarschap’ verwijst naar een vernieuwde aanpak waarbij verschillende actoren samen verantwoordelijkheid opnemen voor de kwaliteit, uitvoering en doorvertaling van de MER. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de erkende MER-coördinatoren en -deskundigen en de initiatiefnemer. Het is daarnaast de bedoeling dat adviesverlenende instanties niet meer louter zullen beoordelen, maar ook actief meewerken aan een verbetering van kennis en kwaliteit. Het VECM neemt binnen het gedeeld eigenaarschap een overkoepelende rol op.

Het gedeeld eigenaarschap start reeds bij de adviesverlening over de scoping (supra).

Digitale ondersteuning

Er zullen verschillende digitale tools ontwikkeld worden om onder meer vergunningsaanvragers te ondersteunen in het uitvoeren van de milieueffectrapportage:

  • een digitale screeningstool, aangeboden door het VECM, ter ondersteuning van de uitvoering van een MER-screening,
  • een online wegwijzer voor de overheid die moet beslissen over de screening,
  • een online loket waar MER-coördinatoren hun documenten kunnen uitwisselen met het VECM en vragen kunnen stellen,
  • een MER-platform met geautomatiseerde coördinatie van adviesvragen en berekeningen,
  • een digitaal kennisplatform, bijgehouden door het VECM.

Heeft u vragen over deze materie? Aarzel dan zeker niet onze experten ter zake te contacteren. Zij helpen u met plezier verder.


[1] Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft de milieueffectrapportage

[2] Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en diverse andere decreten, wat betreft de milieurapportage

[3] Bisnota aan de Vlaamse Regering betreffende het voorontwerp van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft de milieueffectrapportage

[4] Besluit van 10 december 2004 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage

[5] https://www.milieuinfo.be/confluence/display/MRMG/Scoping+-+de+basis

[6] De Vlaamse Regering keurde op 22 december 2023 de visienota over het VECM met een beschrijving van de rollen en taken weggelegd voor het VECM goed.