Juridische bescherming bij agressie tegen overheidsmedewerkers
Publié le :
23/10/2024
23
octobre
oct.
10
2024
Politieagenten, gemeentemedewerkers, sanctionerend ambtenaren en sociaal inspecteurs, maar ook andere functionarissen of ambtenaren die in contact komen met burgers, worden steeds vaker het doelwit van verbale en fysieke aanvallen tijdens de uitoefening van hun functie. Deze agressie manifesteert zich in verschillende vormen, van verbale bedreigingen en intimidatie tot ernstige fysieke geweldplegingen, en kan verstrekkende gevolgen hebben voor de slachtoffers. Hoe vaak geweld en agressie precies wordt gepleegd is bijzonder moeilijk meetbaar omwille van tal van redenen: slachtoffers vinden het niet ernstig genoeg om te melden, ze vrezen represailles, er is de schrik om geen gehoor te krijgen als slachtoffer… Maar verschillende instellingen en organisaties, zoals VVSG en de vakbonden, geven de laatste jaren toch aan dat er een bijzondere stijging merkbaar is in het aantal geweldgevallen dat wordt gemeld.
Niet iedere vorm van agressie heeft onmiddellijk een merkbaar schadelijk effect, wat het soms moeilijk maakt om er melding van te maken of er tegen op te treden, maar de kleinste vormen van agressie, zeker als ze worden herhaald of blijven duren, kunnen ernstige schade veroorzaken. De wetgeving probeert dan ook zekerheden in te bouwen om de ernstige gevolgen van agressie tegen overheidspersoneel op te vangen.
De Welzijnswet van 4 augustus 1996 vormt het fundament voor de bescherming van overheidsmedewerkers tegen geweld op de werkvloer. Deze wet, die zowel in de private als publieke sector van toepassing is, definieert geweld op het werk als elke situatie waarbij een personeelslid psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen tijdens de uitvoering van het werk. Deze brede definitie zorgt ervoor dat zowel fysieke als psychologische vormen van agressie onder het toepassingsgebied van de wet vallen.
Werkgevers hebben op basis van de Welzijnswet verplichtingen om hun werknemers te beschermen. Ze moeten risicoanalyses uitvoeren om potentiële gevaren in kaart te brengen, en preventieve maatregelen implementeren om deze risico's te beperken. Het niet nakomen van deze verplichtingen kan resulteren in geldboetes op grond van het Sociaal Strafwetboek, wat werkgevers moet stimuleren om hun preventiebeleid serieus te nemen.
Preventie is uiteraard levensbelangrijk, maar kan niet iedere vorm van geweld voorkomen. Wanneer een overheidsmedewerker toch het slachtoffer wordt van agressie, kan er sprake zijn van een arbeidsongeval overeenkomstig de Wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. Een arbeidsongeval wordt overeenkomstig artikel 2 van voormelde Wet van 3 juli 1967 gedefinieerd als een plotse gebeurtenis die een bepaald letsel veroorzaakt, identificeerbaar is in tijd en ruimte, en plaatsvindt tijdens de uitoefening van de functie of te wijten is aan de functie. Dit betekent dat een bepaald letsel duidelijk te linken moet zijn aan een specifiek incident, dat heeft plaatsgevonden tijdens de uitoefening van de functie of buiten de uitoefening van de functie wanneer het te wijten is aan de functie van het personeelslid.
De administratieve procedure na een voorval van geweld of agressie dat een arbeidsongeval uitmaakt, is strikt geregeld. Het slachtoffer moet het incident zo snel mogelijk melden aan de werkgever, die vervolgens een gedetailleerd dossier opstelt voor Medex, de medische dienst voor de publieke sector. Deze dienst beoordeelt de letsels en bepaalt de verschuldigde vergoeding voor tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid en eventuele medische of verplaatsingskosten. Het slachtoffer heeft het recht om in beroep te gaan tegen beslissingen van Medex indien hij of zij het niet eens is met de beoordeling, waarna een definitieve beslissing volgt die nog kan worden betwist voor de arbeidsrechtbank.
Naast de schadevergoeding die het personeelslid via de arbeidsongevallenregeling kan krijgen, kan het slachtoffer van agressie ook een burgerrechtelijke aansprakelijkheidsvordering instellen tegen de dader. Deze vordering is geregeld in het gemeen recht, specifiek in de artikelen 1382 en 1383 van het Oud Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de buitencontractuele aansprakelijkheid, die vanaf 1 januari 2025 zullen worden vervangen door artikel 6.5 en volgende van het nieuwe Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Het slachtoffer moet in dit kader bewijzen dat de dader een fout heeft gemaakt, dat er schade is geleden en dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de fout en de schade. Vervolgens kan het slachtoffer een schadevergoeding bekomen voor geleden verlies en letsel.
Het is echter belangrijk op te merken dat het slachtoffer zelf beperkt wordt in het formuleren van een burgerlijke vordering tegen de dader van zodra de overheidswerkgever reeds is tussengekomen en bepaalde vergoedingen heeft betaald aan het slachtoffer-personeelslid in het kader van de arbeidsongevallenwetgeving. Artikel 14, § 3 van de Wet van 3 juli 1967 bepaalt immers dat de overheidswerkgever waarop de wet van toepassing is, die de last van de bezoldiging draagt, van rechtswege in alle rechten, vorderingen en rechtsmiddelen treden die het slachtoffer mocht kunnen doen gelden tegen de persoon die verantwoordelijk is voor het arbeidsongeval. De overdracht van de rechten geschiedt door en op het ogenblik van de betaling. Dit wil zeggen dat wanneer het slachtoffer een bepaalde vergoeding ontvangt in het kader van de arbeidsongevallenregeling, de overheidswerkgever in de rechten van het slachtoffer treedt ten aanzien van de dader en een buitencontractuele vordering kan richten tegen deze dader.
Naast de burgerrechtelijke gevolgen van agressie, heeft een incident inzake agressie of geweld ten aanzien van overheidspersoneel soms ook strafrechtelijke consequenties. In het Belgische strafrecht worden verschillende misdrijven benoemd die relevant zijn bij agressie tegen hulpverleners en overheidsmedewerkers. Er kan in dit verband verwezen worden naar artikel 269 en volgende van het Strafwetboek.
Een eventueel strafrechtelijk onderzoek kan volgen op een klacht bij de politie door het slachtoffer of door de overheidswerkgever. Wanneer er een klacht wordt ingediend, heeft dit evenwel niet meteen tot gevolg dat het slachtoffer of de overheidswerkgever ook verder worden betrokken in de strafprocedure. Als men op de hoogte wil worden gehouden moet men zich uitdrukkelijk melden als benadeelde persoon. Daarnaast is het ook mogelijk om zich burgerlijke partij te stellen. Dit stelt het slachtoffer of de overheidswerkgever in staat om binnen eenzelfde procedure zowel de strafrechtelijke vervolging van de dader als de vergoeding van geleden schade na te streven.
De combinatie van preventieve maatregelen onder de Welzijnswet, de specifieke arbeidsongevallenregeling voor de publieke sector, en de mogelijkheden inzake strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheden zorgt voor een mooi juridisch kader inzake de bescherming van overheidsmedewerkers tegen agressie. Voor een effectieve bescherming en bestrijding is het essentieel dat zowel werkgevers als werknemers goed op de hoogte zijn van hun rechten en plichten. Alleen door een correcte toepassing van het beschikbare juridische instrumentarium en een proactieve houding van alle betrokken partijen kan een veilige werkomgeving worden gegarandeerd voor degenen die zich dagelijks inzetten voor het publieke belang.
Concreet advies nodig? Aarzel niet om ons te contacteren!
Auteur
Daisy Daniels
Avocate collaboratrice-associée
XIRIUS PUBLIC, Droit administratif, Droit constitutionnel, Droit de la santé, Droit social de la fonction publique , Légistique, Métiers et professions réglementés
(00)
Historique
-
Eoliennes en zone agricole - L’article D.II.36, § 2, alinéa 2, du CoDT ne viole pas l’obligation de standstill
Publié le : 24/10/2024 24 octobre oct. 10 2024Actualités du cabinetLa Cour Constitutionnelle s’est prononcée ce 24 octobre 2024 sur la compatibilité du régime d’implantation des éoliennes en zone agricole au plan de secteur prévu par le CoDT av...
-
Refonte du régime des congés du personnel judiciaire : Vers un meilleur équilibre travail-vie privée
Publié le : 24/10/2024 24 octobre oct. 10 2024Actualités du cabinetLe gouvernement fédéral continue d’adapter le cadre légal pour mieux répondre aux réalités de la société. À partir du 1er novembre 2024, de nouvelles mesures relatives aux con...
-
Juridische bescherming bij agressie tegen overheidsmedewerkers
Publié le : 23/10/2024 23 octobre oct. 10 2024Actualités du cabinetPolitieagenten, gemeentemedewerkers, sanctionerend ambtenaren en sociaal inspecteurs, maar ook andere functionarissen of ambtenaren die in contact komen met burgers, worden stee...
-
L’importance de la motivation formelle aux stades de la vérification des prix et de l’évaluation des critères d’attribution
Publié le : 17/10/2024 17 octobre oct. 10 2024Actualités du cabinetPar un arrêt n° 260.462 du 26 juillet 2024[1], le Conseil d’Etat a décidé de suspendre l’exécution de la décision motivée d’attribution d’un marché public de services...
-
Vrijstellingenbesluit 2010 geüpdatet: enkele inzichten in het recente Wijzigingsbesluit
Publié le : 15/10/2024 15 octobre oct. 10 2024Actualités du cabinet7 juni 2024 markeert de datum waarop de Vlaamse Regering overging tot definitieve goedkeuring van een nieuw Wijzigingsbesluit[1] dat een aantal gerichte, veelal technische aanpa...
-
Le difficile équilibre entre vie privée des donneurs et le droit des enfants à connaître leur identité biologique
Publié le : 13/10/2024 13 octobre oct. 10 2024Actualités du cabinetCe 26 septembre 2024, la Cour Constitutionnelle a rendu l’arrêt 102/2024 constant l’inconstitutionnalité de certaines dispositions relatives à l’anonymat des donneurs dans le ca...